Suikerziekte of diabetes mellitus is een stofwisselingsziekte die je tegenwoordig steeds vaker ziet. Doordat iedereen steeds dikker wordt, verhogen we het risico op suikerziekte.
Wat is diabetes eigenlijk?
Bij diabetes kan het lichaam de bloedsuikerspiegel niet meer zelf in evenwicht houden. Normaal verwerkt het lichaam suikers(glucose) zelf en regelt de suikerspiegel nauwkeurig.
Het hormoon insuline breekt glucose af zodat de lichaamscellen deze kunnen verbranden. Diabetici maken zelf geen insuline meer aan, of te weinig. Zo ontstaat er een schommeling van de bloedsuikerspiegel.
Beoordeling van het slachtoffer
Als het bloedsuikergehalte te laag is spreek je van hypoglykemie of een hypo.
Een hypo komt het MEEST voor en herken je aan:
• zweten
• trillen, beven en een slap gevoel hebben.
• bleek zien
• duizeligheid
• plotseling wisselend humeur (prikkelbaar, koppig, agressief)
• ongeconcentreerd zijn
• hoofdpijn
• moe (gapen)
• hongerig
• wazig zien
• prikkelingen om de mond
• onduidelijk praten
• wazig zien
• bewusteloosheid
Bij een te hoog bloedsuikergehalte spreek je van hyperglykemie of een hyper.
Je herkent een hyper aan:
• veel en vaak plassen
• veel dorst hebben (en houden)
• een droge mond of tong
• vermoeidheid
• slecht of wazig zien
• gewichtsverlies
• infecties of langzame genezing van wonden en infecties
• uiteindelijk bewusteloosheid
Geef het slachtoffer bij bewusteloosheid NOOIT iets te drinken, maar bel 112.
Hoe te handelen?
Bij een hypo is het belangrijk dat de bloedsuikerspiegel weer stijgt. Laat het slachtoffer dus rustig zitten en geef iets zoets zoals druivensuiker, koek, of een glas zoete limonade.
Bij een hyper kan het gebeuren dat het slachtoffer niet meer normaal ademhaalt. Pas dan de Eerste Hulp-benadering toe. Omdat de suikerspiegel tot 53 kan stijgen, komt een hyper niet zo vaak voor.